De Opstand Van Kronstadt: Honderd Jaar Contrarevolutie

Destijds nauwelijks opgemerkt, maar weinig gebeurtenissen in de geschiedenis van de arbeidersklasse, hebben zoveel emotionele reacties teweeggebracht, of hebben in de loop der jaren tot zoveel mythen geleid, als de opstand op de marinebasis van Kronstadt in Rusland. Op een afstand van een eeuw kunnen we begrijpen hoe tragisch en belangrijk de opstand was.

De opstand begon op 2 maart 1921 aan boord van het slagschip Petropavlovsk dat aangemeerd lag in de marinebasis op het eiland Kotlin in de Finse Golf. De matrozen, soldaten en arbeiders van Kronstadt hadden zich nooit achter één partij geschaard, en de Sovjet was er een levendig centrum van debat gebleven, zelfs toen andere Sovjets tot loutere administratieve instanties werden gereduceerd. Kronstadters hadden altijd in de voorhoede van de klassenopstand gestaan (zoals in de julidagen van 1917). Toen ze vernamen van stakingen in Petersburg tegen voedseltekorten en voor nieuwe sovjetverkiezingen besloten ze deze te steunen in de 15 punten tellende Petropavlovsk-resolutie. Dit werd het programma van de opstand toen het werd aangenomen door een massabijeenkomst van 16.000 zeelieden en arbeiders op het Anchorplein. 900 van de 1400 leden van de Communistische Partij (Bolsjewiek) steunden de resolutie. 300 die dat niet deden werden gevangen gezet. De Kronstadters wilden geen bloedvergieten, maar alle pogingen om te onderhandelen mislukten, deels omdat de Kronstadters rekenden op steun in de rest van Rusland, en deels omdat de regering voor de grootste crisis in haar bestaan stond.

Kronstadt was geen geïsoleerde gebeurtenis. Volgens Cheka-bronnen waren er reeds 118 afzonderlijke opstanden aan de gang, waaronder de Tambov-opstand van een troepenmacht van 20.000 man onder leiding van Antonov. De regering was nog herstellende van een bloedige burgeroorlog. Zij vreesde dat wanneer het ijs van de Finse Golf zou smelten en Kronstadt buiten haar bereik zou zijn, de basis gebruikt zou kunnen worden door een heroplevend imperialistisch ingrijpen.

Er waren goede materiële en politieke redenen voor al dit verzet van onderop. Hongersnood sloeg toe in Rusland. In de winter van 1920-1921 werden in Petersburg de nog overgebleven arbeiders, die al te lijden hadden van een vreselijk tekort aan brandstof, geconfronteerd met een vermindering van een derde van het toch al ontoereikende broodrantsoen. Victor Serge beschreef het zo:

De winter was een marteling (er is geen ander woord voor) voor de stedelingen: geen verwarming, geen verlichting, en de verwoestingen van de hongersnood. Kinderen en zwakke bejaarden stierven met duizenden tegelijk. Tyfus werd overal door luizen overgebracht en eiste zijn vreselijke tol. De mensen aten maar een klein beetje havermout of half verrot paardenvlees, een suikerklontje werd in kleine stukjes onder de familie verdeeld.

Serge, Memoires van een revolutionair

De gemiddelde levensverwachting was gedaald tot ongeveer 20 jaar. De Amerikaanse anarchistische historicus Paul Avrich voegt daaraan toe:

Gedreven door kou en honger verlieten de mannen dagenlang hun machines om hout te sprokkelen en voedsel te zoeken op het omringende platteland. Te voet of in overvolle treinwagons brachten ze hun persoonlijke bezittingen mee, en materialen die ze uit de fabrieken hadden gejat, om te ruilen voor het voedsel dat ze konden krijgen.

Avrich, Kronstadt 1921

Maar zelfs hier stuitten ze op de poging van de regering om de handel te monopoliseren.

De regering deed alles wat ze kon om deze illegale handel te stoppen. Gewapende wegblokkades (zagraditel’nye otriady) werden ingezet om de toegangswegen naar de steden te bewaken en de kostbare zakken met voedsel in beslag te nemen die de “speculanten” naar hun gezinnen terugbrachten. De wreedheden van de wegversperringen waren een begrip in het hele land, en klachten over hun willekeurige methodes overspoelden de commissariaten in Moskou.

Avrich, Kronstadt 1921

De roep om nieuwe verkiezingen voor de Sovjets was het gevolg van hun terugval in de burgeroorlog. Onmiddellijk na de Oktoberrevolutie waren er in Rusland meer sovjets ontstaan dan ooit tevoren. Begin 1918 waren zij het toneel geweest van levendige debatten – een bewijs van de vitaliteit van het politieke leven van de arbeidersklasse. In de “wittebroodsweken” van de revolutie vóór juli 1918 kwamen de Sovjetcongressen om de drie maanden bijeen. Daarna werden het echter jaarlijkse congressen. Naarmate meer en meer van hun leden werden opgeroepen voor het Rode Leger en de bureaucratie, werden ze bovendien vaak instrumenten van een groeiende Partijstaat. Misschien was dit onvermijdelijk in een oorlogseconomie, maar het was fataal voor een revolutie gebaseerd op de arbeidersklasse. De sovjetheerschappij werd geleidelijk vervangen door “een militaristische proletarische dictatuur” (Het ABC van het Communisme) onder een steeds dominantere Partij. Tegen het midden van 1919 bekende Lenin dat:

De Sovjets, die volgens hun programma organen zijn van regering door het werkende volk, zijn in feite organen van regering voor het werkende volk door een gevorderd deel van het proletariaat, maar niet door het werkende volk als geheel.

Lenin, Verslag over het partijprogramma, 19 maart 1919

De Petropavlovsk Resolutie riep niet op tot “Sovjets zonder communisten” zoals Trotskistische apologeten als Harman en Cliff beweren in Russia: From Workers’ State to State Capitalism. Wat wel werd geëist waren onmiddellijke nieuwe verkiezingen voor de Sovjets, vrijheid van meningsuiting voor de anarchisten en voor de linkssocialistische partijen en het gelijktrekken van de rantsoenen. Ook werd voorgesteld de boeren “vrijheid van handel toe te kennen, mits zij geen ingehuurde arbeidskrachten in dienst nemen”.

Zij eisten niet, zoals Trotski later zei, “speciale voorrechten voor zichzelf”. Ze eisten wel “vrije handel” in graan en een einde aan de wegversperringen om de naderende hongersnood het hoofd te bieden. Trotski zelf had iets dergelijks een jaar eerder voorgesteld. Het is ook niet waar, zoals verschillende trotskisten beweren, dat de klassensamenstelling van de Kronstadters tussen 1917 en 1921 veranderd was. De meeste matrozen waren in 1917 van boerenafkomst geweest, en waren dat in 1921 nog steeds. Het was echter het contact met hun familie in het dorp tijdens de kerstperiode dat hen de ernst van de voedselcrisis duidelijk maakte. Dit lag ten grondslag aan hun eis om een einde te maken aan de beslaglegging [van voedsel op het platteland door Trotski;s Rode Leger]. Wat zij niet wisten, was dat Lenin zich al sinds november daarvoor over deze kwestie had gebogen en op het punt stond om precies dat aan te kondigen als onderdeel van zijn “Nieuwe Economische Politiek” (NEP) op het Tiende Partijcongres, dat toen in Petersburg werd geopend.

ONDERDRUKKING

De eerste aanval op de basis op 8 maart, over het ijs van de Finse Golf, was een mislukking. Veel troepen deserteerden naar de Kronstadters. In allerijl werd een nieuwe troepenmacht samengesteld uit eenheden van de Tsjeka, officierscadetten van het Rode Leger (kursanti) en zelfs 300 of meer afgevaardigden van het Tiende Partijcongres. Op 16 maart lanceerde Tukhachevsky de tweede aanval, en op 18 maart was de hele stad heroverd. Tenminste 700 van de aanvallers stierven onder de kanonnen van Kronstadt (waaronder 15 afgevaardigden van het Bolsjewistische Congres), terwijl 1.500 van de verdedigers werden gedood en nog eens 2.500 gevangen werden genomen. Velen werden later door de Tsjeka doodgeschoten.

Binnen een paar dagen na de val van Kronstadt kondigde Lenin de NEP aan. Centraal daarin stond het herstel van de vrije graanmarkt, zoals de Kronstadters hadden geëist. Boeren konden nu legaal en zonder pesterijen hun oogst verkopen en zouden nu “een belasting in natura” betalen. Het kwam te laat voor de oogst van 1921, zodat de hongersnood dat jaar miljoenen slachtoffers maakte. Na verloop van tijd leidde het wel tot een herstel van de graanproductie en de stabilisering van het regime. “Een stap terug”, zoals Lenin toegaf, maar wat kon een geïsoleerd land, waar 80% boeren waren, anders doen in afwezigheid van de wereldrevolutie? De nederlaag van de Maartactie in Duitsland bracht Lenin ertoe te spreken van een decennium waarin de communistische regering zich zou moeten handhaven. De NEP had niets te maken met socialisme. Lenin hoopte dat deze “terugtocht naar het staatskapitalisme” slechts tijdelijk zou zijn.

De opstand van Kronstadt vertegenwoordigde een mislukte poging om “de revolutie te vernieuwen” (Serge). Dat had niet gekund. Zelfs als de Kronstadters hadden gewonnen, dan nog had men een of andere vorm van kapitalisme in het geïsoleerde Rusland moeten invoeren.

DE LES IS DUIDELIJK

Geen enkele geïsoleerde voorpost van de arbeidersklasse kan de taak van de opbouw van het socialisme volbrengen, vooral niet in een land met een betrekkelijk kleine arbeidersklasse. De revolutie moet internationaal zijn. Aan de positieve kant bevestigt zelfs de verwoestende ervaring van Kronstadt dat de Sovjets de historisch ontdekte vorm van de dictatuur van het proletariaat zijn. Alleen zij zijn in staat om de massa van de klasse te betrekken bij het vormgeven van een andere maatschappij. Dit kan niet eenvoudigweg door een partij worden gedaan. Een internationale politieke organisatie is essentieel om de klasse te verenigen in de omverwerping van het kapitalisme. Haar leden zullen het meest vurig zijn in het verspreiden van de wereldrevolutie. Maar de Internationale zelf is geen regering in oprichting. Zoals de Communistische Internationale Partij schreef in haar Platform van 1952:

Op geen enkel moment en om geen enkele reden delegeert het proletariaat … zijn historische missie aan anderen, en het geeft aan niemand de macht weg, zelfs niet aan zijn politieke partij.

Politiek Platform van de PCInt, 1952

Een meer diepgaande analyse zal te vinden zijn in ons aanstaande boek over Revolution and Counter-Revolution, 1905-1924.

Communist Workers’ Organisation
Maandag, 1 maart 2021
Vertaling: arbeidersstemmen.wordpress.com
Tuesday, January 18, 2022